|
||||||||
We hadden het in deze kolommen al wel eens eerder over de overbescheiden Karl van Deun, meer bepaald naar aanleiding van de “Shapes”-plaat, die hij, in duo met de alhier nogal hoog ingeschatte Ruben Machtelinckx maakte in 2016. Het “Aspen”-label van onder meer Ruben en Niels van Heertum, leert ons nu een nieuwe parel kennen, die ze letterlijk behoeden voor eeuwige verdwijning. Dat zit zo: ook Karl Van Deun had ooit leraren en één van hen was de grote helaas veel te vroeg overleden Pierre Van Dormael. Karl en Pierre raakten stevig bevriend en toen Karl in 1995 zijn kameraad -die toen les gaf aan het Conservatorium van het Senegalese Dakar- ging opzoeken tijdens een vakantie, stopte die hem een gitaar in handen. Veel toeval zal daar niet mee gemoeid geweest zijn: als muzikanten samenkomen, wordt er gemusiceerd, maar deze keer ging het niet om “samen spelen”, nee: Pierre wilde graag horen wat Karl met dat goedkope instrumentje zou aanvangen. De leerling ging in op de uitnodiging van de meester en, hoewel hij al bijna twee jaar niet gespeeld had vanwege gezondheidsproblemen, ging hij op de “uitdaging” in en speelde, puur op intuïtie, een bakkersdozijn improvisaties bij elkaar, waarvan Van Dormael dermate onder de indruk was, dat hij een paar dagen later vroeg om dat allemaal nog eens over te doen, maar dan met een cassettedeck in de buurt. Opnieuw zegde Van Deun toe en Van Dormael registreerde. Later mixte hij de opnames tot wat vandaag bij Aspen verschijnt als CD en in beperkte oplage als 10” vinylplaat. Aangezien we het hier hebben over Aspen, betekent dat ook dat de verpakking bijzonder is. Deze keer een heel mooi werk van de piepjonge Ninovieter Loïc Van Zeebroek, die, te oordelen naar wat ik vorig jaar in Brussel van hem kon bekijken, niet voor niks één van de grote aankomende talenten van onze schilderswereld genoemd wordt. Aan de muzikale kant bevat de CD zeven tracks uit de sessie. Kennelijk moest Karl wat op dreef komen, mant de eerste drie worden geskipt en wat wel op de plaat staat, wordt simpelweg met getalletjes aangeduid. De tracklisting leest dan als “eleven, four, five; eight, seven, six, thirteen”. Dat is verdorie bijna poëzie en die poëzie is wat je onthoudt van dit half uurtje muziek: hier is een man aan het werk die speelt wat in hel opkomt, die schetsen ziet opduiken en deze muzikaal kan vertalen. Als je zulke dingen hoor, dan doemen onvermijdelijk namen als Ry Cooder of Larry Carlton op en wat mijzelf betreft: ik vind dit soort muziek geweldig om naar te luisteren: de sfeer, die Van Deun weet op te roepen, maakt dat ik mij zonder enige moeite meer dan twintig jaar terug in de tijd kan verplaatsen, naar een oord -Almadies, dat meest zuidelijke punt van Senegal-, waar ik fysiek nog nooit geweest ben. Hoe waarachtig klinkt het citaat van Van Dormael op de hoes: “Le son, c’est son âme”. Fantastisch werkje! (Dani Heyvaert)
|
||||||||
|
||||||||